doel & werking

doel & werking




De oprichting


Het Belgisch UFO-meldpunt werd opgericht in 2007. De coördinatie van het meldpunt is in handen van Frederick Delaere. Wim van Utrecht, voorzitter van CAELESTIA en samen met Delaere oprichter van het meldpunt, adviseert bij de beoordeling van de meldingen.




Doelstelling van het meldpunt


Er is heel wat geschreven m.b.t. het UFO-verschijnsel. Helaas worden de belangrijkste elementen, namelijk de waarnemingen en het onderzoek van deze waarnemingen veelal verwaarloosd. Het doel van het Belgisch UFO-meldpunt is om deze leemte op te vullen met grondig beschreven en onderzochte waarnemingen. De betrachting is om van elke interessante melding een onderzoeksrapport op te stellen. Indien mogelijk wordt op het einde van deze rapporten een onderbouwde verklaring gegeven voor het waargenomen verschijnsel. We verwachten van de lezers niet dat ze gedachteloos de conclusie van de onderzoekers van het Belgisch UFO-meldpunt overnemen. De rapporten bevatten voldoende informatie zodat de lezer zelf een conclusie kan trekken.


Door het grote aantal meldingen, (circa 1800 waarnemingen) die van juli 2007 tot december 2015 bij het meldpunt binnenkwamen, werd in 2016 beslist om niet langer tijd te spenderen aan meldingen met een lage "vreemdheidsgraad". Er werd besloten om enkel nog meldingen verder te onderzoeken die voldoen aan bepaalde criteria. Alvorens een waarneming te rapporteren, kan de getuige in onze IFO-databank controleren of wat gezien werd misschien meteen te verklaren is. Als dat zo blijkt te zijn, is het doorsturen van de melding weinig zinvol. 


Ieder jaar publiceert het Belgisch UFO-meldpunt een jaarverslag. Hierin staan o.a. een overzicht van de ontvangen meldingen, statistieken van waarnemingen in België en een overzicht van artikels over het meldpunt in de pers.




Organisatie van het meldpunt


De meldingen komen binnen bij Frederick Delaere. Hij zorgt voor de organisatorische kant van de werking van het Belgisch UFO-meldpunt en zorgt voor de contacten met de pers.


Het onderzoeksteam van het Belgisch UFO-meldpunt bestaat momenteel uit vijf medewerkers.




Methodiek van een onderzoek


Nadat een melding bij het Belgisch UFO-meldpunt is binnengekomen gebeurt er een eerste voorlopige evaluatie.  Nagegaan wordt of de melding interessant genoeg is voor een uitgebreid onderzoek. Of een melding interessant is hangt van veel factoren af. De ooggetuige dient uiteraard ook bereid te zijn om mee te werken en belangrijk is dat het een verschijnsel betreft waarvan niet direct duidelijk is wat het kan zijn. De waarneming dient voldoende details te bevatten. Het is ook van belang dat de locatie, datum en het tijdstip van de waarneming zo nauwkeurig mogelijk bekend zijn, zodat contextgegevens (bv. meteorologische en astronomische gegevens, vliegverkeer, satellietpassages) geverifieerd kunnen worden.


Als de melding interessant genoeg bevonden wordt, start één van de medewerkers met een uitgebreid onderzoek. Hierbij worden de volgende stappen genomen:


Van de ooggetuige wordt een interview afgenomen. In eerste instantie doet de waarnemer zijn verhaal, zonder onderbroken te worden. Vervolgens stelt de onderzoeker bijkomende vragen waarbij hij er op let dat de ooggetuige niet wordt beïnvloed. Bij voorkeur gebeurt het interview op de plaats waar de waarneming plaatsvond. Dit laat de onderzoeker toe om de omgeving te observeren en zo misschien belangrijke elementen op te merken die aanleiding kunnen geven tot nader onderzoek of bijkomende vragen.


Na het interview wordt er bijkomende informatie ingewonnen. Zo wordt nagegaan wat de meteorologische en astronomische situatie was op het ogenblik van de waarneming, of er zich nog andere getuigen hebben gemeld en of er in de omgeving militaire activiteiten plaatsvonden of privé-initiatieven werden georganiseerd (zoals bv. ballonfestivals of lichtshows) die voor verwarring kunnen hebben gezorgd.


Op basis van het resultaat van die opzoekingen wordt gezocht naar een mogelijke verklaring van de beschreven verschijnselen.


Is het onderzoek afgerond, dan wordt een voorlopig rapport opgesteld en in onderling overleg met alle medewerkers van het meldpunt besproken. Hierna worden de teksten en illustraties waar nodig aangepast en aangevuld door de onderzoeker die de melding kreeg toebedeeld. Het is uiteindelijk de onderzoeker zelf die de eindverantwoordelijkheid draagt over de inhoud van het rapport en de slotevaluatie.


Rapporten van zulke onderzoeken kan men terugvinden op de pagina onderzoeksrapporten.

© Eigendomsrechten


Bekijk de nota over eigendomsrechten (copyright) op de contactpagina.



Privacy


Voor meer informatie over uw privacy kan u terecht op ons privacybeleid.